Zo kun je mappen en bestanden comprimeren op je Mac

Het comprimeren van bestanden of mappen is handig als je ze wilt versturen of weinig opslagruimte hebt, maar ook als je meerdere dingen tegelijk wilt versturen. Hier leggen we uit hoe je dit op je Mac kunt doen.

Mac OS X heeft ingebouwde ondersteuning voor het comprimeren en uitpakken van bestanden, Archiveringshulpprogramma genaamd. Dit kan direct vanuit de Finder, zonder dat er een apart programma voor nodig is. Lees ook: Zo beheer je je bestanden in Apple's Finder.

Naast de Finder maken ook andere programma's gebruik van het Archiveringshulpprogramma. Safari gebruikt het bijvoorbeeld om gedownloade bestanden uit te pakken, en Mail gebruikt het voor bijlagen.

Om één of meer bestanden te comprimeren, moet je de bestanden selecteren en er vervolgens met de rechtermuisknop op klikken. Selecteer de optie Comprimeer en er wordt meteen een ZIP-bestand van gemaakt. Om een dergelijk archiefbestand uit te pakken hoef je er alleen maar op te dubbelklikken.

Het nadeel van deze manier van bestanden comprimeren, is dat er altijd een ZIP bestand van gemaakt wordt en dat dit ZIP-bestand altijd wordt opgeslagen in dezelfde map als waarin de originele bestanden staan.

Als je meer controle wilt hebben over het formaat van het archiefbestand, wilt kunnen kiezen waar het resulterende archiefbestand wordt opgeslagen, of als je wilt kunnen bepalen wat er met de originele bestanden gebeurt, dan kun je de instellingen van het Archiveringshulpprogramma aanpassen.

Dit hulpprogramma is alleen te vinden onder Systeem > Bibliotheek > CoreServices. Dubbelklik erop om het te openen, en je krijgt in de werkbalk een aantal menu's te zien.

In het menu Bestand kun je bestanden direct vanuit het Archiveringshulpprogramma in- of uitpakken, zonder gebruik te maken van de Finder.

© PXimport

Het menu Voorkeuren van het Archiveringshulpprogramma.

In de Voorkeuren van het Archiveringshulpprogramma kun je kiezen waar uitgepakte bestanden moeten worden opgeslagen en wat er na het uitpakken met het archiefbestand moet gebeuren. Zo kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om het automatisch te verwijderen nadat het is uitgepakt.

Bovendien kun je kiezen waar je archiefbestanden wilt opslaan nadat ze zijn aangemaakt, en wat voor soort archiefbestand het moet worden. Je kunt hier ook instellen wat er na het inpakken met de originele bestanden moet gebeuren.

Let op: De instellingen die je hier aanpast worden alleen toegepast wanneer je bestanden of mappen direct vanuit het Archiveringshulpprogramma comprimeert. Vanuit de Finder worden gewoon de standaardinstellingen gebruikt. Als je meer functionaliteit wilt, kun je één van de vele apps van derden downloaden waarmee dit kan.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten