De ‘Finder’ is de Windows Verkenner voor de Mac. Echter, vooral voor Windows-gebruikers is het programma even wennen. Ook het installeren en verwijderen van software gaat op een andere manier dan in Windows.
Het equivalent van de Windows Verkenner is de Finder. Net zoals bij de Verkenner ziet u aan de linkerkant de bron en rechts de inhoud. Apple heeft het linkerdeel onderverdeeld in Apparaten, Gedeeld (indien van toepassing), Locaties en Zoek naar. Onder Apparaten vind u alle fysieke schijven, zoals de harde schijf, een eventuele Windows-partitite, usb-sticks of -schijven en de cd of dvd die op dat moment in het optische schijfstation zit. Zit er geen schijf in de speler dan ziet u deze ook niet terug in dit overzicht. In dit onderdeel staan ook ook recent geinstalleerde programma’s, waarvan de archiefmap (het dmg-bestand) nog actief is. Wanneer u gebruikmaakt van een server, een NAS, online opslag of een gedeelde map van een andere computer, dan ziet u deze terug onder Gedeeld. Als er niets gedeeld is, is dit onderdeel niet zichtbaar. Onder Locaties vindt u belangrijke persoonlijke snelkoppelingen naar onderdelen van Mac OS X. U ziet hier de map Programma’s, waarin alle geïnstalleerde software te vinden is, en eronder het Bureaublad. Daaronder ziet u de accountnaam, de bestanden hierbinnen zijn door Apple onderverdeeld in een aantal rubrieken: u vindt mappen voor onder andere afbeeldingen, documenten, downloads, films en muziek.
Uw account is onderverdeeld in mappen voor verschillende typen bestanden.
Iets dat direct zal opvallen is de afwijkende weergave van mappen en bestanden ten opzichte van de Windows Verkenner. De volgorde is alfabetisch, maar bestanden en mappen staan door elkaar (bij Windows staan mappen altijd bovenaan in het overzicht). Ook kan het zijn dat de iconen verspreid zijn en er ‘lege gaten’ zijn. Dit komt omdat een bestand op iedere willekeurige plek kan worden neergezet, wat vooral na wat knippen, kopieren en plakken wat chaotisch kan ogen. Als u mappen bij elkaar wilt weergeven, kunt u sorteren op ‘soort’. De mappen verschijnen dan bij elkaar, maar helaas niet per definitie bovenaan. Een map heet technisch een folder en wordt dus onder de F gesorteerd. Eventuele bestandsvormen met een lagere letter (zoals doc, avi en dmg) verschijnen dus boven de mappen. Voor wie er niet aan kan wennen is er ook alternatieve software beschikbaar die meer op de Windows Verkenner lijkt, zoals het commerciële programma Path Finder (40 dollar, circa 29 euro).
De Finder maakt bij het sorteren van bestanden en mappen geen onderscheid, tenzij op ‘soort’ wordt gesorteerd.
Kopieren en plakken
Knippen, kopieren en plakken gaat grotendeels hetzelfde als onder Windows, alleen is de Control-toets verruild voor de Command-toets. Knippen gaat dus met Command+X, kopieren met Command+C en plakken met Command+V. Dit werkt prima in documenten en binnen programma’s, maar er is één uitzondering: knippen werkt niet als het om bestanden gaat. U kunt in de Finder dus niet knippen, terwijl dat bij Windows wel kan. Het is bij de Mac gebruikelijk om bestanden te slepen naar de nieuwe locatie in plaats van te knippen en plakken. Een andere manier is om simpelweg kopiëren en plakken te gebruiken, en daarna de bestanden op de bronlocatie te verwijderen.
Software installeren
De manier waarop programma’s geinstalleerd worden is onder Mac OS X iets anders dan onder Windows. Mac werkt met zogenaamde dmg-bestanden, waarbij dmg een ietwat creatieve afkorting is voor ‘disk image’. Het formaat is een archiefbestand waarin bestanden bewaard worden. Er wordt ook gebruikgemaakt van compressie om de omvang te beperken (in die zin is dmg min of meer vergelijkbaar met zip). U start een gedownload programma door simpelweg op het dmg-bestand te dubbelklikken. Bij de meeste programma’s volgt nu een vaste procedure, waarbij u een aantal stappen doorloopt. Meestal verschijnt er tijdens de installatie een venster waarbij u kunt aangeven of u akkoord gaat met de zogenaamde softwarelicentieovereenkomst.
Klik op Lees licentie om de volledige licentieovereenkomst te bekijken. Vervolgens bepaalt u of u akkoord gaat.
Na de installatie worden de bestanden uitgepakt uit het dmg-bestand en verschijnt er een map in de Finder (en op het bureaublad) die eruitziet als een aparte schijfeenheid. U kunt het programma vanuit die map opstarten. Echter: het programma staat nog niet in de map met geïnstalleerde programma’s. Wanneer u de computer opnieuw zou starten is het programma weg en moet de installatieprocedure opnieuw gedaan worden. Als u wilt dat het programma vast wordt opgenomen in de map met programma’s en eventueel ook in het Dock, zult u het eerst handmatig moeten kopieren. Veel programma’s tonen hier een apart venster voor (aan het eind van de installatieprocedure), maar niet allemaal. In dit venster ziet u het programma-icoon en een blauwe map met een A (van ‘applications’, oftewel programma’s). Om het programma definitief te bewaren moet u het icoon naar de blauwe map slepen (of direct naar de programmamap in het Dock). Tot slot kunt u de schijfeenheid op het bureaublad of de verkenner uitschakelen door op het icoon aan de rechterkant te klikken (hetzelfde icoon als op het toetsenbord gebruikt wordt om een cd/dvd uit te werpen).
Na de ‘installatie’ moet een programma eerst nog handmatig naar de map met programma’s worden gesleept, anders verdwijnt hij weer na het opnieuw opstarten.
Programma’s verwijderen
Een programma verwijderen is zo simpel als het maar kan. U sleept het programma vanuit de Programma-map simpelweg naar de prullenbak en klaar is Kees. Let op: het slepen van een programma vanuit het Dock naar de prullenbak is niet hetzelfde: hiermee verwijdert u alleen de snelkoppeling.