Hoezo gratis? Jij betaalt met je persoonlijke gegevens!

© PXimport

Hoezo gratis? Jij betaalt met je persoonlijke gegevens!

Geplaatst: 19 juni 2015 - 09:17

Aangepast: 14 december 2022 - 15:28

Jeroen Horlings

Zijn gratis diensten als Facebook, Gmail, Instagram, Google Maps écht gratis? Waar halen ze dan hun inkomsten vandaan? En waarom zijn deze bedrijven nu honderden miljarden waard? Betalen wij toch de rekening voor die gratis diensten, zonder dat we het door hebben? Ja, we betalen met onze privacy!

Persoonlijke data zijn de olie van de 21e eeuw. Jouw gegevens zijn namelijk ontzettend veel geld waard. Veel mensen denken bij Google nog steeds in eerste instantie aan de zoekmachine en bij Facebook aan een sociaal netwerk. Maar in feite zijn het advertentieverkopers. Een bekende uitspraak is "When it's free, you're not the customer, you're the product", oftewel bij een gratis dienst ben jij niet de klant, maar het product.

Google en Facebook leven van advertenties en dit businessmodel met 'gratis' diensten legt ze geen windeieren. Het leverde Facebook in 2014 12,5 miljard dollar omzet op en de groei zit er goed in. Google harkte vorig jaar maar liefst 66 miljard dollar binnen. Het heeft ertoe geleid dat Google momenteel een marktwaarde heeft van circa 325 miljard en Facebook 223 miljard dollar. Ter vergelijking: Microsoft is ongeveer 290 miljard waard, Yahoo 35 miljard en Dropbox 10 miljard dollar.

Verzamelen

Gerichte advertenties

Het grote verschil met andere advertentievormen is dat Google en Facebook zo veel van ons weten, dat ze gerichte advertenties kunnen voorschotelen. Eerst even Facebook. Op basis van je profiel in Facebook, je likes en reacties op bepaalde onderwerpen en merken en pagina's die je volgt, weet Facebook vrij precies wat je leuk vindt, hoe oud je bent en waar je woont. En ook wat je vrienden leuk vinden en welke overeenkomsten er zijn. Dat maakt het voor adverteerders erg makkelijk om hun product of dienst gericht in te zetten op de gewenste doelgroep.

Stel een merk verkoopt een bepaald type fotocamera, dan kunnen de advertenties gericht getoond worden aan mensen die fotografie interessant vinden, tussen de 18 en 45 jaar zijn en in Nederland wonen. Alleen mensen die aan deze criteria voldoen krijgen de advertenties te zien. Die profielen zijn dus erg waardevol, want adverteerders kunnen hun geld gericht uitgeven, en zijn geen geld kwijt aan mensen die buiten hun doelgroep vallen. En Facebook kan in feite vragen wat het wil, want het is een van de weinige partijen waar zo gericht geadverteerd kan worden.

De andere grote partij die dat kan is Google. Ook Google heeft een profiel van jou opgebouwd, op basis van de sites die je bezocht hebt, zoekwoorden die je hebt opgegeven en mails die je ontvangt en verstuurd hebt met Gmail (waarvan steekwoorden opgeslagen worden). Omdat Googles dienstenportfolio zo groot is, weet Google misschien nog wel meer van je dan Facebook. Het is immers ook bekend naar wat voor video's je kijkt op YouTube, welke routes je uitstippelt in Google Maps en wat voor documenten je bewaart in Google Drive en Docs. Deze informatie is bovendien realtime, zodat daar direct op kan worden ingespeeld. Zoek je bijvoorbeeld naar informatie over IJsland, dan krijg je gegarandeerd advertenties over reizen naar dit land voorgeschoteld. Zoek je naar babyspullen, dan is er waarschijnlijk iemand in verwachting. Bekijk je huizen, dan overweeg je te verhuizen en bekijk je auto's dan sta je misschien op het punt om een nieuwe auto te kopen. Deze informatie is goud waard voor adverteerders.

Cookies

Los van profielinformatie, waarin Google de basisgegevens en activiteiten van een gebruiker heeft ondergebracht, functioneert advertentiedienst AdWords grotendeels op basis van cookies. Websites die je bezoekt slaan informatie over je op in een cookie, dat lokaal op de je computer of smartphone wordt bewaard. In dit cookie staat bijvoorbeeld je IP-adres, waardoor je (ook anoniem) herkenbaar bent. Dat kan functioneel zijn, bijvoorbeeld zodat je automatisch wordt ingelogd omdat de site weet dat jij het bent. Maar het is ook handig voor adverteerders omdat zij op die manier gerichte advertenties kunnen serveren, bijvoorbeeld op basis van recent bezochte sites of ingevoerde zoektermen.

Bekijk je bijvoorbeeld een bepaald product bij een webwinkel, dan wordt deze informatie opgeslagen en gekoppeld aan je IP-adres. Als je dan op een andere site komt die gebruikmaakt van AdWords, wordt de cookie-informatie gebruikt om je advertenties voor te schotelen van het product dat je net bekeken hebt. Dit heet 'remarketing' en is bedoeld om bezoekers die een webshop hebben verlaten zonder aankoop, alsnog over te halen om een product te kopen. Een tracking cookie gaat nog een stuk verder en houdt bij welke sites je nog meer bezoekt en stuurt dit naar een database. Op die manier kan uitstekend een profiel van een (semi-anonieme) internetgebruiker worden gemaakt, die via AdWords advertenties op maat krijgt voorgeschoteld. Dat wil overigens niet zeggen dat alle voorgeschotelde advertenties interessant zijn: als een vriend of vriendin op jouw computer heeft gezocht naar bungalowparken of je een cadeau hebt gezocht voor een nieuw neefje of nichtje, word jij vervolgens bestookt met advertenties die voor jou persoonlijk niet relevant zijn.

© PXimport

Was je op zoek naar schoenen? Kijk niet gek op als je vervolgens op diverse sites gerelateerde advertenties ziet verschijnen

Een profiel van jou

Het gevaar van profiling

Cookies zijn zeer interessant voor 'profiling'. Niet alleen kunnen er advertenties worden getoond op basis van recent gedrag op internet, ook kan er een uitgebreid profiel opgebouwd worden. Er zijn bedrijven, zoals Eyeota, die cookie-informatie van websites opkopen om zo profielen op te bouwen en weer door te verkopen of te gebruiken voor advertenties op andere sites. Grote sites met veel bezoekers verkopen soms zelf cookie-data aan derden. Dit soort handel is lucratief omdat hierdoor zeer complete profielen van internetgebruikers gemaakt kunnen worden. En dat maakt het weer makkelijker om deze gebruikers gericht te benaderen met specifieke advertenties. Dat kunnen relevante advertenties zijn, wat misschien juist handig is - want als ik toch advertenties krijg, wil ik als man liever auto-advertenties dan reclame voor make-up - maar het kunnen ook onwenselijke advertenties zijn. Denk aan reclames over dating gericht op singles of - wat vergezocht - mensen die in de categorie 'mid-life-crisis' vallen.

© PXimport

Eyeota koopt cookie-data van websites en beschikt volgens eigen zeggen over 1 miljard unieke profielen

De nieuwste hype in marketingland heet 'persuasion profiling'. Dit gaat nog een flinke stap verder, waarbij op individueel niveau een bepaalde aanbieding wordt gemaakt. Die aanbieding heeft als doel het overtuigen van de argeloze internetgebruiker en hem verleiden tot een aankoop. Heb je bijvoorbeeld net gezocht op bepaald horloge, dan verschijnt een gerichte advertentie, oftewel van het product dat je net bekeken hebt of dat van een concurrent. Die overtuigingskracht kan ver gaan. Het is immers bekend dat er interesse is in de aanschaf van het product, dus het enige dat nog nodig is, is de voorzet verzilveren en de bal in het doel te schieten. Via Facebook kan een site bijvoorbeeld tonen dat je vrienden het merk of product leuk vinden. Ook kan er een aanbieding op maat gemaakt worden, waarbij alleen een bepaalde internetgebruiker een bepaalde korting krijgt. Dat heet 'dynamic pricing' en deze truc werkt in de praktijk erg goed, want je hebt het gevoel dat jij een goede deal voorgeschoteld krijgt.

Volgens Daphne van der Kroft van Bits of Freedom kan het ook tot leiden tot oneerlijke prijzen. "Het kan zijn dat ik bij het zoeken naar een vakantie andere prijzen voorgeschoteld krijg dan jij. Uit profielinformatie kan namelijk blijken dat jij al weken bezig bent met de voorbereiding en dus waarschijnlijk toch zult boeken, terwijl ik nog moet worden overgehaald." Een ander voorbeeld is dat een webwinkel een onderscheid kan maken tussen bestaande en nieuwe klanten. Bijvoorbeeld door de laatste groep te proberen te verleiden met een hoge (eenmalige) korting, terwijl bij de eerste groep de service benadrukt wordt (gratis verzending, morgen in huis). "Het probleem is dat de belangen steeds groter worden", vervolgt Van der Kroft. "Bedrijven hebben enorme profielen opgebouwd, waarin staat wat voor inkomen je hebt, op wat voor ziektebeelden je zoekt en of er kans is op gezinsuitbreiding. Er is echter een groot gebrek aan transparantie en controle. We weten in veel gevallen niet hoe deze profielen eruitzien en of ze wel kloppen."

Een ander gevolg van de opgebouwde profielen is dat een zoekmachine als Google tegenwoordig gepersonaliseerde zoekresultaten biedt. Dat betekent dus dat jij andere resultaten krijgt dan je buurman, moeder of collega. Je vindt waar Google denkt dat jij naar op zoek bent, maar dat hoeft dat lang niet altijd te kloppen. Deze methode maakt het bovendien een stuk makkelijker om persuasive profiling toe te passen.

 

© PXimport

Als je ingelogd bent, krijg je bij Google gepersonaliseerde zoekresultaten. Door op de wereldbol-knop te drukken krijg je alle resultaten te zien

Bekijk je advertentieprofiel van Google

Benieuwd wat voor profiel Google van jou heeft opgebouwd? Dit kun je bekijken via deze url. De informatie die je daar aantreft is grotendeels gevonden via Googles eigen profiling-software. Het kan dus zijn dat er bijvoorbeeld een compleet verkeerde leeftijd staat. Dit is eventueel te wijzigen, evenals je advertentievoorkeuren. Je profiel is ook gelinkt aan een eventueel Google+-profiel. De informatie die daar staat heb je zelf aangeleverd of heeft Google samengesteld.

© PXimport

Je kunt je door Google samengestelde profiel bekijken en aanpassen

Kritiek op het verzamelen

Scroogle

Er komt steeds meer kritiek op hoe internetgiganten Google en Facebook omgaan met de privacy van internetgebruikers. Notabene Microsoft voerde tussen 2012 en 2014 actie met een videocampagne waarbij het waarschuwde voor het 'gevaarlijke' gedrag van Google. In de advertentiecampagne 'Don't get Scroogled' werd erop gehamerd dat Google met zijn diensten het gedrag van internetgebruikers massaal vastlegt om hen vervolgens te bestoken met advertenties. En dit om geld te verdienen over de rug van de gebruikers door alles af te luisteren, zoals het inzien van emails en chats maar ook het doorgeven van privégegevens aan appmakers over gebruikers die apps downloaden in de Google Play Store (zoals namen, emailadressen en telefoonnummers). Uiteraard had dit als doel om gebruikers over te halen voortaan diensten als Outlook.com en Bing te gebruiken.

Een ander bekend voorbeeld is ex-Google-medewerker James Whittaker die ontslag had genomen als Engineering Director bij Google uit onvrede over de gebruikersonvriendelijke activiteiten. Volgens hem was Google geen technologiebedrijf meer, maar was het een ordinaire advertentieverkoper geworden met een obsessie om zo veel mogelijk data te verzamelen over privélevens van zijn gebruikers. Hij viel vooral over besluit van Google om in 2013 de accounts van 60 verschillende diensten, waaronder de zoekmachine, Android en YouTube, samen te voegen. Volgens Google zou dit leiden tot een eenvoudigere en intuïtievere beleving waarbij alles via één account werkt, maar volgens Whittaker was dit enkel en alleen bedoeld om effectiever advertenties te kunnen serveren. Whittaker werkt nu overigens bij Microsoft.

Vind ik niet leuk

Dat Facebook niet veel opheeft met onze privacy, blijkt uit de enorme hoeveelheid nieuws op dit gebied rondom dit sociale medium. Vaak draait het om aanpassingen in de voorwaarden, waarbij het platform zichzelf steeds meer rechten toekent, zoals het gebruiken van je foto's, het tonen van je naam en profielfoto in advertenties en gebruik van je persoonlijke informatie voor adverteerders. Niet alleen heeft Facebook een zeer uitgebreid profiel van zijn gebruikers (waarbij ze ook weten wat zij leuk vinden), maar net als Google weet Facebook ook welke sites je zoal bezoekt. Dit komt onder andere door de aanwezigheid van 'vind ik leuk'-knoppen op websites, die trackingcode bevatten. Op basis daarvan en met behulp van je profiel kan Facebook dus zeer gericht advertenties tonen.

Hoewel Facebook veel later begonnen is met dit systeem, heeft het op één punt een duidelijke voorsprong: doordat je onder je eigen naam ingelogd bent, is je surfgedrag te koppelen aan je persoon in plaats van aan een IP-adres. Daarnaast heeft Facebook een nieuw advertentieplatform geïntroduceerd genaamd Atlas. Hiermee wordt profielinformatie van vrienden gebruikt als een vorm van persuasion profiling. Je krijgt advertenties van bedrijven en producten te zien die je vrienden leuk vinden, en bent daardoor eerder geneigd te klikken. Deze methode gebruikte Facebook overigens al in 2011, maar deed dit toen zonder dat dit in haar gebruiksvoorwaarden stond - oftewel feitelijk zonder toestemming. Een rechter in Californië oordeelde in 2012 dat het gebruik van namen en foto's van vrienden bij advertenties niet toegestaan is. Facebook kwam tot een schikking en betaalde 10 miljoen dollar. Ondertussen is deze methode wel in de voorwaarden opgenomen en is het dus een legale werkwijze.

Dat roept de vraag op hoe dit juridisch zit: mag een site alles doen als iemand akkoord gaat met de gestelde gebruiksvoorwaarden?

 

© PXimport

Facebook weet wat je interesses zijn en welke sites je bezoekt en toont op basis daarvan relevante advertenties

Wetgeving

Mag dat?

Als een website of internetdienst voorwaarden aanpast, zijn er maar weinig mensen die alles helemaal doorlezen voordat ze het accepteren. Vaak wordt er ongezien toestemming gegeven en slechts af en toe ontstaat er onrust, mede naar aanleiding van berichten in de media. Maar het is slikken of stikken. Niet akkoord gaan betekent dat je geen gebruik meer kunt maken van de dienst en dat weegt vaak zwaarder. Bedrijven hebben dus behoorlijke macht met hun populaire diensten. Dat kan dus ook betekenen dat een bedrijf je persoonlijke gegevens mag verkopen aan anderen. Velen denken dat ze alsnog wel beschermd zullen worden door de wetgeving, maar dat is niet vanzelfsprekend.

"Juridisch gezien mag bijna alles als je daar expliciet toestemming voor geeft" verklaart ICT jurist Arnoud Engelfriet. "De kneep zit hem in dat 'expliciet', want vaak staat het alleen in gebruiksvoorwaarden of een privacyverklaring en dat is juridisch niet voldoende. Maar als het expliciet wordt gevraagd en duidelijk uitgelegd is wát er gaat gebeuren, dan ligt de bal bij jou om te beseffen wat de implicaties daarvan zijn. De grenzen zijn juridisch niet duidelijk. Men gaat ervan uit dat alles mag als er netjes toestemming voor is gegeven. Ook gegevens verkopen, want wat is er mis mee als jij zegt dat je dat goed vindt? Het probleem is natuurlijk dat niemand écht netjes en welbewust die toestemming geeft. Dat stelt de wetgever voor een dilemma. Moet je dan stellen dat het illegaal is omdat het niet volgende een goede procedure gedaan is? Of moet je dan zeggen dat mensen maar beter moeten lezen, dus dat de toestemming rechtsgeldig is?"

Net als jurist Engelfriet heeft het College bescherming persoonsgegevens (CBP) vraagtekens bij de manier waarop mensen rechtsgeldige expliciete toestemming geven. Jacob Kohnstamm, voorzitter van het CBP, stelt dat de wet eist dat je op zijn minst vooraf heel goed en helder wordt geïnformeerd over welke persoonsgegevens worden verzameld en wat daar vervolgens mee wordt gedaan. Kohnstamm: "Wij hebben in verschillende onderzoeken vastgesteld dat juist op dat punt de schoen wringt. Zie bijvoorbeeld het onderzoek naar de algemene voorwaarden van Google. Wij hebben Google eind vorig jaar wegens onvoldoende duidelijkheid een last onder dwangsom opgelegd, oftewel een voorwaardelijke boete. Ook toen eind vorig jaar ophef ontstond over de voorwaarden van Facebook hebben wij een onderzoek aangekondigd."

Nieuwe wetgeving

De EU is bezig met nieuwe regels voor de bescherming van persoonsgegevens die in later dit jaar in alle EU-landen moeten gaan gelden. De initiatiefnemers van het Europees parlement stellen dat het onbelemmerd verzamelen en doorverkopen van persoonsgegevens moet worden beperkt en dat burgers meer controle moeten krijgen over hun eigen data. Ook wil men dat organen als het CBP strengere sancties kunnen opleggen als bedrijven zich niet aan de wet houden.

Maar ook Europa heeft last van House of Card-perikelen, waarin lobbyisten grote druk uitoefenen op zowel het parlement als individuele ministers. Judith Sargentini, Europarlementariër voor GroenLinks, zegt bij navraag hierover het volgende: "De nieuwe databeschermingswet staat onder grote druk van lobbyisten van bedrijven als Google, Amazon en zelfs de Amerikaanse Kamer van Koophandel. Ik verwacht van onze regeringen dat ze onze privacy beschermen, maar ik vrees dat de wens van Amerikaanse bedrijven uiteindelijk luider wordt gehoord in Brussel en de andere hoofdsteden dan gezond is voor onze privacy." Verder blijkt dat het wetvoorstel dat door het Europees parlement is goedgekeurd, nu wordt afgezakt door de Europese raad van ministers. Sargentini: "Nieuwe privacyregels zijn alleen effectief als er stevige boetes tegenover staan. Het Europees Parlement wil een boete van 4% van de bruto wereldwijde jaaromzet, wat die pijn is duidelijk voelbaar. Maar de ministers hebben koudwatervrees en durven nog geen cijfers te benoemen."

© PXimport

Kohnstamm: 'Het is dus belangrijk dat onze persoonsgegevens in alle lidstaten dezelfde bescherming genieten'

Volgens Jacob Kohnstamm van het CBP zal de herziende privacywetgeving, in ieder geval beter dan de huidige wet, de privacyrisico's in de gedigitaliseerde samenleving het hoofd kunnen bieden. "Deze wetgeving zal rechtstreeks gelden in alle EU-lidstaten. Nu moet de Europese privacyrichtlijn eerst nog worden omgezet in nationale wetgeving, waardoor er verschillen in uitleg bestaan. De nieuwe privacyverordening is op dit punt een belangrijke stap voorwaarts. Steeds vaker gaan persoonsgegevens de landsgrenzen over. Het is dus belangrijk dat onze persoonsgegevens in alle lidstaten dezelfde bescherming genieten." Los van de nieuwe wetgeving heeft de Tweede kamer recent ingestemd met een uitbreiding van de bevoegdheden van het CBP. Kohnstamm: "Momenteel kunnen we alleen een voorwaardelijke boete opleggen, maar het nieuwe wetvoorstel voorziet onder meer in een boetebevoegdheid bij ernstig verwijtbare overtredingen van de Wet bescherming persoonsgegevens. Dit wetsvoorstel regelt ook de 'meldplicht datalekken'. Hierdoor moeten organisaties datalekken melden bij de toezichthouder en in voorkomende gevallen bij de slachtoffers van het datalek."

De huidige Wet bescherming persoonsgegevens dateert uit 1995, in een tijd waarin het internet er nog compleet anders uitzag. De wet geeft bedrijven als Google en Facebook momenteel veel ruimte. Als bedrijven een 'gerechtvaardigd belang' belang hebben, mogen ze gegevens van gebruikers verzamelen en verwerken. Volgens de wet moeten ze daarbij wel een eerlijke afweging maken tussen de rechten van gebruikers en hun eigen belangen, maar in de praktijk laten zij hun eigen belangen vaak ten onrechte voorgaan. Er is bovendien nauwelijks controle op dit proces en gebruikers kunnen de gemaakte afweging eigenlijk ook niet terugdraaien. De nieuwe wet zou ook moeten voorkomen dat persoonlijke gegevens doorverkocht worden. Dat mag alleen geanonimiseerd. Dat roept echter weer de vraag op hoe veilig dat is.

Gevaar

Datahandel

Net als dat er veel geld in de oliehandel omgaat, is dat ook in de datahandel het geval. Er is een grote vraag naar data met profielen met het surf- en koopgedrag van internetgebruikers. Alleen al in de VS zou de datahandel een omzet van 43 miljard dollar genereren. Het stelt bedrijven in staat het juiste aanbod te produceren, de juiste doelgroep aan te boren en maximale invloed uit te oefenen op het koopgedrag. Momenteel gebruiken Facebook en Google alle persoonlijke gegevens nog alleen voor eigen gebruik, om zelf advertenties te kunnen verkopen. Maar ze zouden de data natuurlijk ook ooit kunnen doorverkopen aan derden.

Het verkopen van data kan ook 'geanonimiseerd'. Het is dan niet rechtstreeks te koppelen aan een individu, maar wel aan een groep, zoals een bepaalde leeftijdsklasse of mensen in een regio. Anonieme gegevens verkopen stuit op veel minder verzet en klinkt in eerste instantie misschien niet eens zo verkeerd. In 2013 kwam dataverwerkingsbedrijf Equens, dat het pinverkeer afhandelt, met het plan om bedrijven tegen betaling informatie te geven over het pingedrag van klanten. Op basis van 2,2 miljard pintransacties per jaar zouden bedrijven zo te weten komen hoe vaak klanten in een bepaalde winkel komen, waar ze vandaan komen, waar ze nog meer winkelen en hoeveel ze uitgeven. De primaire taak van Equens is het verwerken van pintransacties, niet meer, niet minder. Maar het verkopen van deze gegevens (die toch al in huis zijn) zou extra inkomsten opleveren. In eerste instantie gingen de banken akkoord met het voorstel omdat de data anoniem genoeg zou zijn om de privacy te waarborgen, maar na ophef besloten ze er voorlopig vanaf te zien en de juridische aspecten verder te onderzoeken.

Anonieme gegevens herleiden

Eén van de bezwaren van het verkopen van anonieme data is dat de gegevens soms toch te herleiden zijn naar personen. In 2013 deed universiteit MIT een onderzoek van 15 maanden, waarbij het geanonimiseerde data van 1,5 miljoen mensen analyseerde. De data waren afkomstig van een niet nader genoemde telecomprovider uit een Europees, eveneens niet genoemd, land. De data bevatten locatiegegevens op uurbasis, maar ze wisten niet wie de personen waren. Toch was uiteindelijk 95% van alle data te herleiden naar personen. Het identificeren werd onder andere gedaan door uitingen op sociale media te koppelen aan de locatiegegevens en tijdstippen, maar verder werd ook een beroep gedaan op openbare informatie zoals nieuwsberichten. Er waren slechts vier punten nodig om iemands identiteit te achterhalen en vervolgens was het hele tracé bekend dat iemand in een jaar had afgelegd. Hetzelfde geldt voor andere soorten geanonimiseerde data. Aan de hand van openbare profielen en unieke kenmerken, zoals woonplaats, beroep, geslacht, medische conditie en of iemand kinderen heeft, is te herleiden om wie het gaat. Een onderzoek van de Harvard University heeft aangetoond dat 87% van de mensen in de VS kan worden geïdentificeerd op basis van slechts drie gegevens: postcode, leeftijd en geslacht.

Het doorverkopen van ons 'geanonimiseerde' pingedrag zou dus zeer grote consequenties kunnen hebben. Zorgverzekeraars zullen zeer geïnteresseerd zijn of iemand rookt en ongezond eet! Autoverzekeraars willen best weten hoe vaak je te hard rijdt en de politie vindt het misschien wel verdacht dat je kunstmest, gereedschap of chemicaliën koopt. Jacob Kohnstamm van het CBP vindt het opkopen van data en het maken van profielen een zorgwekkende ontwikkeling.

"Het probleem is dat wij niet weten waar dat profiel op is gebaseerd, en hoe dat tot stand is gekomen, noch welke keuzes op basis daarvan worden gemaakt. Bijvoorbeeld welke aanbiedingen en informatie ik wel en niet te zien krijg. Een van de belangrijkste kenmerken van onze democratische samenleving is dat een individu zich vrij moet kunnen ontwikkelen en ontplooien. Dat is een illusie op het moment dat op basis van mijn profiel veel keuzes al vóór mij worden gemaakt, zonder dat ik weet hoe het profiel eruit ziet, welke data hiervoor zijn gebruikt, laat staan dat ik overzie welke consequenties de profilering voor mij heeft. Dit noem ik 'digitale predestinatie' en dat druist in tegen fundamentele waarden in onze democratische samenleving."

Tegelijkertijd is Kohnstamm ook bang wat opsporingsdiensten zoal kunnen doen met de opgebouwde profielen en ons surfgedrag. "In de VS zijn daar al schrikbarende voorbeelden van. Zo werd de Amerikaanse familie Catalano in hun eigen huis overvallen door een SWAT-team en behandeld als terroristen. Het bleek dat de vrouw des huizes had gegoocheld op een snelkookpan voor het koken van linzen en haar man had zich de week ervoor op internet georiënteerd op een nieuwe rugzak. Die twee feiten bleken in de nadagen van de bomaanslagen tijdens de marathon in Boston voldoende voor het profiel van 'terrorist' en een bijbehorende politie-inval."

© PXimport

In de Verenigde Staten viel de politie een huis binnen nadat er op Google was gezocht naar een snelkookpan en een nieuwe rugzak

Afhankelijkheid

Het gebruik van allerlei gratis diensten is gemeengoed geworden. Dat heeft als gevolg dat je - als je er eenmaal aangewend bent - eigenlijk niet meer zonder kunt. Wanneer Facebook of Google nieuwe voorwaarden introduceren gaat vrijwel iedereen akkoord, want het enige alternatief is stoppen. En dat betekent dat je bijvoorbeeld moet stoppen met het gebruik van Gmail of over moet stappen van Facebook naar Ello. Maar dat is niet zo makkelijk. Dat bleek onder andere toen WhatsApp werd overgenomen door Facebook voor een gigantisch bedrag van 19 miljard dollar. Onder andere vanwege het slechte imago van Facebook op het vlak van privacy, leidde dit tot onrust. Veel gebruikers dreigden over te stappen naar andere diensten, zoals het Russische(!) Telegram.

Toch heeft uiteindelijk slechts een kleine minderheid dat echt gedaan. Telegram kreeg er in die tijd 8 miljoen gebruikers bij en Line 2 miljoen. Maar WhatsApp is met 700 miljoen gebruikers nog steeds met afstand het meest populair. Daaruit blijkt onze afhankelijkheid: je gebruikt wat je vrienden gebruiken - het zogenaamde netwerkeffect. Als iemand geen Telegram gebruikt maar wel WhatsApp, heb je eigenlijk geen keus. Tenzij je weer ouderwets gaat sms'en. Volgens Daphne van der Kroft van Bits of Freedom hebben de bestaande partijen te veel macht en is het voor nieuwkomers erg lastig om te concurreren. "We zouden graag een gezonder ecosystem zien, waar andere partijen ook een kans van slagen hebben. Eén methode zou een overstapservice kunnen zijn, waarbij je je gegevens meeneemt naar een andere partij. Tot nu toe is Google één van de weinige partijen die dat biedt."

Toekomst

Van oudsher is het zo: wie olie heeft, heeft macht. Maar in de 21e eeuw wordt dit steeds meer: wie gegevens heeft, heeft macht. We leven in een tijd dat onze privacy op internet onder druk staat. Maar het ergste moet misschien nog wel komen, want het tijdperk 'The Internet of Things' staat voor de deur. Allerlei apparaten, zoals thermostaten, lampen, stopcontacten, camera's, wearables, auto's, smart-tv's en domotica, zijn aangesloten op het internet. Dat betekent ook dat ze - met of zonder toestemming - bepaalde gegevens over ons gedrag kunnen doorsturen en die data doorverkopen aan adverteerders. "Als we ons ergens veilig en onbespied voelen, dan is het wel in ons eigen huis", zegt Daphne van der Kroft van Bits of Freedom. "Maar of dat zo blijft is de vraag. Alle die 'slimme' apparaten verzamelen erg veel data, die waardevol is voor andere partijen." Hoe te meer producten data opslaan, des te kwetsbaarder onze privacy wordt. Denk aan auto's die bijhouden waar je geweest bent en hoe hard je reed, thermostaten die weten wanneer je wel en niet thuis bent en hoe laat je bent gaan slapen, wearables die je slaapritme opslaan en smart-tv's die je spraakcommando's (en wie weet wat nog meer) naar externe servers sturen.

© PXimport

Slimme thermostaten weten meer over jouw gedrag dan je zou verwachten

Conclusie

De data die we genereren groeit exponentieel. Voor datahandelaren en adverteerders is dat erg interessant, want ze kunnen uitgebreide profielen maken en die verkopen of gepersonaliseerde advertenties aanbieden. Ook zijn ze steeds meer in staat om realtime profielen op te stellen en op basis van actueel gedrag op internet om onze toekomstige interesse te voorspellen. Daarmee krijgen externe partijen steeds meer invloed op wat we doen, wat we kopen en wat we interessant vinden. De gevolgen daarvan, zeker gezien de afhankelijkheid van de vele gratis diensten die we gebruiken, zijn nog niet echt te overzien. Er is één lichtpuntje: mensen lijken steeds meer waarde aan hun privacy te hechten. Dit kan ertoe leiden dat ze, met hulp van privacyvoorvechters als Bits of Freedom, toezichthouder CBP en de Europese politici, eisen dat er meer alternatieven komen en dat onze privacy beter gewaarborgd wordt.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten