5 Apple termen uitgelegd: Deel 2
Apple maakt er al jaren een kunst van om spannende namen te koppelen aan producten en technologieën die het bedrijf lanceert. Vaak wordt dit ook nog eens zo aangekondigd dat je bijna het idee krijgt dat je er niet meer bij hoort wanneer je niet in het bezit bent van apparaten die gebruik maken van Apple’s hippe marketingtermen. In dit tweede deel van een reeks artikelen over Apple-termen leg ik je precies uit wat deze termen nu precies betekenen. Deze week staat het onderwerp software centraal.
FaceTime
Of je nu een Mac, iPhone of iPad koopt, het apparaat is voorzien van FaceTime. FaceTime is een een dienst waarmee het mogelijk is om te videobellen met andere gebruikers van FaceTime. Het nadeel aan FaceTime is dat je dit alleen kan gebruiken op Apple apparaten, maar hier staat tegenover dat het goed geïntegreerd is met de rest van het systeem. Met de introductie van iOS 7, het besturingssysteem van de iPhone, iPad en iPod Touch, wordt het ook mogelijk om alleen audiogesprekken te voeren via FaceTime.
Finder
De Finder op je Mac is de plek waar je alle bestanden kan vinden die zijn opgeslagen op jouw computer, of apparaten die verbonden zijn met je computer. Hiermee kan de Finder het beste worden vergeleken met Windows Verkenner, de bestandsverkenner voor Windows computers. De Finder is een van de oudste onderdelen van OS X, het besturingssysteem van Mac. Zo werd de Finder in 1984 al geïntroduceerd met de eerste Mac computers.
Power Nap
Als je even geen gebruik maakt van je Mac wil het niet zeggen dat je ook direct geen meldingen meer wil ontvangen, van nieuwe berichten die binnen komen op je computer. Met OS X Mountain Lion heeft Apple hiervoor de functie Power Nap geïntroduceerd. Power Nap is een functie die kan worden gebruikt op elke Mac die gebruik maakt van flashopslag, in plaats van een harde schijf. De functie zorgt ervoor dat onder andere e-mail, iCloud en andere belangrijke netwerkfuncties gewoon blijven synchroniseren. Zo is je computer altijd bijgewerkt wanneer je hem nodig hebt.
Power Nap synchroniseert je Mac ook wanneer je hem niet gebruikt
AirDrop
AirDrop is een functie die is geïntroduceerd met OS X Lion in 2011. Met AirDrop is het mogelijk om bestanden tussen Mac computers te versturen en ontvangen met behulp van een ad-hoc wifi verbinding. Dit wil zeggen dat de computers niet met een wifi netwerk verbonden moeten zijn, maar elkaar direct kunnen benaderen. AirDrop zal in de herfst van 2013 ook worden geïntroduceerd op de iPhone, iPad en iPod Touch.
.DMG
.DMG is een bestandsformaat dat veel wordt gebruikt voor Apple Disk Images. Dit zijn virtuele schijven die je kan openen op je Mac om bijvoorbeeld een programma te installeren. Wanneer je een programma voor je Mac van het internet downloadt, krijg je dit meestal als .DMG bestand binnen. Door dit bestand te openen wordt de virtuele schijf aangemaakt. Je kan dit het beste zien als het virtueel openen van een cd of dvd op je Mac. Zodra je klaar bent met het installeren van het programma kan je de virtuele schijf weer sluiten.