Zo beheer je je bestanden in Apple's Finder

Hoewel sommige OS X-applicaties hun eigen datastructuur hebben - zoals Mail en Foto's - is de Finder waarschijnlijk de plek waar je het vaakst bestanden zal organiseren.

Nadat je honderden (zo niet duizenden) bestanden op je Mac aangemaakt of verzameld hebt, kan het zijn dat je deze items zo vaak moet verplaatsen, printen, openen en verwijderen dat de fundamentele functies van de muis enigszins beperkend worden. Lees ook: 20 handige sneltoetsen voor je Mac

Als dat het geval is, zijn speciale sneltoetsen en aanpassingen erg handig - je kunt ze gebruiken om je bestandsbeheer te verbeteren. Na enige oefening zul je uiteindelijk de dingen die je nodig hebt snel kunnen benaderen en organiseren. Hier bespreken we een aantal van onze favoriete tips en trucs voor de Finder.

Gebruik Spotlight om bestanden te onthullen

Je kunt Spotlight gebruiken om snel de meeste items op je Mac te vinden, op naam of inhoud. Als je op een bestand klikt, wordt het normaal gesproken in de standaardapplicatie voor dat bestandstype geopend, maar als je de Command-toets ingedrukt houdt terwijl je zoekresultaten opent, worden ze in de Finder weergegeven. Met deze optie kun je snel alle bestanden waarvan je op de hoogte bent openen, vooral als je sneltoetsen gebruikt om Spotlight te benaderen. Druk gewoon op Command-Space om Spotlight te activeren, voer je zoektermen in en zodra je hetgeen waarnaar je op zoek was gevonden hebt, kun je je pijltjestoetsen gebruiken om het te markeren. Druk vervolgens op Command-Enter om het in de Finder te openen. Nu kun je andere sneltoetsen (die we hieronder zullen bespreken) gebruiken om dit bestand te beheren.

© PXimport

Gebruik sneltoetsen om bestanden te selecteren

Naast het gebruiken van Spotlight om individuele bestanden te vinden en te selecteren in de Finder, kun je een aantal sneltoetsen gebruiken om de bestanden in een willekeurig actief Finder venster te beheren. De eerste sneltoets is Command-A, waarmee je alle bestanden in dat venster kunt beheren. Je kunt selecties ook aanpassen door de Command of Shift toets ingedrukt te houden en vervolgens op bestanden te klikken om ze aan de huidige selectie toe te voegen of uit de selectie te verwijderen - met Command gebeurt het toevoegen of verwijderen één voor één, met Shift gebeurt dit voor alle bestanden tussen de huidige selectie en het nieuwe bestand.

Gebruik sneltoetsen ook om je bestanden te beheren

Als je eenmaal één of meer bestanden aan een selectie hebt toegevoegd, kun je ze met verschillende sneltoetsen beheren. Druk bijvoorbeeld op Command-Delete om bestanden naar de prullenbak te verplaatsen en druk vervolgens op Shift-Command-Delete om de prullenbak leeg te maken. In combinatie met Spotlight bieden deze sneltoetsen een snelle manier om bestanden te vinden en van je systeem te verwijderen, zonder dat je je muis of trackpad hoeft te gebruiken.

Naast het verwijderen van bestanden, kun je de klassieke Copy- en Paste- sneltoetsen gebruiken om bestanden naar een nieuwe locatie te verplaatsen en te kopiëren. Om te beginnen selecteer je de bestanden en druk je op Command-C om een bestandsverwijzing naar je klembord te kopiëren. Vervolgens kun je naar de doelmap gaan en op Command-V drukken om het bestand naar deze locatie te kopiëren. Of druk op Option-Command-V om de bestanden te plakken en permanent naar deze locatie te verplaatsen. Dit werkt tussen verschillende bestandssystemen, dus als je bestanden op een stick wilt zetten kun je deze sneltoets gebruiken om bestanden snel naar die drive te verplaatsen, in plaats van ze te verslepen - wanneer je bestanden versleept moet je de originele bestanden naar de prullenbak verplaatsen om te voorkomen dat er duplicaten blijven staan.

Vervang muisacties door - je raadt het al - sneltoetsen

Je kunt modifier-toetsen ook gebruiken om te veranderen hoe de muis met bepaalde bestanden werkt. Als je bijvoorbeeld een bestand aanklikt en van de ene map naar de andere sleept, zal het systeem het bestand verplaatsen, maar als je tijdens het slepen de Option-toets ingedrukt houdt, wordt het bestand naar de nieuwe locatie gekopieerd. Bovendien kun je de Optie- en Command-toetsen tegelijk ingedrukt houden om een alias van het originele bestand in de doelmap te laten verschijnen. Dit is misschien een handigere manier om aliassen aan te maken dan op Command-L te drukken en de alias naar zijn nieuwe gewenste locatie te slepen.

Drag-and-Drop-opties

Drag-and-Drop kan voor zoveel meer gebruikt worden dan alleen bestanden verplaatsen. Om te beginnen kun je elk gewenst bestand naar een applicatie slepen die dat bestandstype aankan. OS X zal dan proberen om het bestand in die applicatie te openen. Je kunt deze techniek gebruiken met applicaties in je Dock, je Applications-map of een alias van een applicatie.

Eén van de handigste - maar verborgen - toepassingen van Drag-and-Drop is misschien wel dat je mappen en bestandsnamen kunt specificeren om te gebruiken bij het openen en opslaan van bestanden. Wanneer je een nieuw document opslaat, verschijnt er een Save-dialoogvenster, samen met een nieuw Finder-venster. Hier kun je een bestand uit de Finder naartoe slepen. Als gevolg wordt niet alleen het dialoogvenster naar de map waarin dat bestand staat gestuurd, maar de naam voor het document dat je wilt opslaan wordt aangevuld met de naam van het bestand dat je versleept hebt, zodat het niet meer standaard "Untitled" heet. Met deze techniek kun je eenvoudig een bestand opgeven dat je wilt vervangen, of je kunt een huidig bestand gebruiken om het begin van de naam voor een nieuw document te specificeren. Je kunt voor hetzelfde resultaat ook specifieke bestanden aanklikken die je in het Save dialoogvenster ziet.

Deze methode werkt ook in Open-dialoogvensters, waarbij je een bestand naar het venster kunt slepen om het te openen.

Andere handige opties

Natuurlijk biedt je Mac veel meer opties voor bestandsbeheer, beginnend bij verschillende manieren om je bestanden te archiveren. Je kunt met de rechtermuisknop een selectie van bestanden aanklikken en de Archive-optie in het contextmenu selecteren om een zip-bestand met deze items aan te maken. Op deze manier worden ze samen in één archiefbestand gezet en worden ze ook nog eens gecomprimeerd. Hoewel je misschien niet regelmatig bestanden zult archiveren, kan het een handige manier zijn om een e-mailbijlage of bericht dat je wilt versturen minder groot te maken.

Behalve archivering heeft de Finder een andere handige functie waarmee je een nieuwe map aan kunt maken waarin een groep bestanden staat. Klik opnieuw met de rechtermuisknop op de selectie die je gemarkeerd hebt, haal het contextmenu van de Finder tevoorschijn en selecteer New folder with selection. Dit is een handige tool om grote verzamelingen van diverse bestanden te organiseren, zoals de bestanden die zich in je Downloads-map of op je bureaublad hebben opgehoopt.

© PXimport

Tot slot heeft de Finder een snelle manier om bestanden naar PDF te converteren. Je kunt altijd een bestand openen en de printfuncties van de actieve applicatie gebruiken om het als PDF op te slaan, maar het is sneller om gewoon het item in de Finder te selecteren en op Command-P te drukken. Het document wordt geopend en je krijgt meteen het Print-dialoogvenster te zien - nadat je het bestand geprint hebt, als PDF opgeslagen hebt of de afdruktaak geannuleerd hebt, wordt het programma automatisch afgesloten.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten